In zijn geliefde Portugal is gisteren oud-Excelsior-voorzitter Martin de Jager overleden. Hij overleed na een kort ziekbed als gevolg van complicaties na een operatie. De Jager was van 1992 tot 2004 twaalf jaar voorzitter van onze club. Hij was eind jaren negentig onder meer een van de initiatiefnemers voor de bouw van ons huidige stadion en van de toenmalige samenwerking met stadgenoot Feyenoord.

In 1992 gaven weinig mensen nog een cent voor de toekomst van Excelsior. ,,Excelsior zat financieel aan de grond’’, wist De Jager zich later te herinneren. ,,We moesten flink gaan puinruimen, maar er bleven maar lijken uit de kast vallen. Op een dag hingen er ineens belastingaanslagen op de ramen van de kantine. We hebben gelukkig een deal kunnen sluiten, waarna het langzaamaan beter ging.’’

De Jager, die een verleden had als voorzitter van het Schiedamse SVV, was door hoofdsponsor Rob Albers van AKAI gevraagd om een nieuw bestuur te vormen, nadat het oude bestuur geen vertrouwen meer had in de toekomst en opstapte. Achteraf sprak Albers van een cruciaal moment in de geschiedenis van Excelsior. De ‘niet lullen, maar poetsen’-mentaliteit van deze twee mannen was precies wat de club destijds nodig had.

Met Harry Sluijter als penningmeester en de steun van oud-bestuurslid Mart Borneman en uiteraard Rob Albers (De Jager in 2017: ‘Hij heeft de club nooit laten vallen en is een levenslange vriend van mij gebleven’) ging hij aan de slag. Na zijn aanstelling liet de kersverse preses weten dat er één belangrijke voorwaarde was wilde zijn missie kans van slagen hebben: er moest een nieuw stadion komen.

Voordat hij aan dat plan begon, waren De Jager en Albers ook betrokken bij een andere belangrijke stap in de historie van Excelsior: de samenwerking met Feyenoord. Die ontstond toen zij een gesprek hadden met de toenmalige Feyenoord-voorzitter Jorien van den Herik. ,,Ik vroeg aan Jorien: ‘Hoeveel contractspelers hebben jullie eigenlijk?’ Zijn antwoord: ‘53’. Ik weer: ‘Maar je kunt er toch maar elf opstellen?’ We hebben die dag gezamenlijk een concept opgesteld.’’

Deze samenwerking bleek uiteindelijk de sportieve ommekeer voor Excelsior. ,,Rob en ik waren het zat om elke wedstrijd de bestuursleden van de tegenstanders te moeten feliciteren. Dus moesten we iets verzinnen om het elftal te versterken.’’ Versterking met talentvolle spelers van zuid bleek de redding. Excelsior klom omhoog in de eerste divisie en zette de kroon op deze ontwikkeling toen de club in het jubileumjaar 2002 (Excelsior bestond toen 100 jaar) promoveerde naar de Eredivisie.

Het nieuwe stadion kwam er ook en werd in 2000 officieel geopend. Het stadion van RKC Waalwijk diende als voorbeeld, maar aanvankelijk bleek de financiering een struikelblok. Televisiezender Sport7, een idee van John de Mol, bood uitkomst. ,,Elke club kreeg 1,7 miljoen gulden televisiegeld. Verschillende clubs investeerden dat in de exploitatie, maar wij hebben dat bedrag apart gezet. Wij wilden het investeren in onze accommodatie.’’

Op 17 juli 1997 ging de eerste paal de grond in voor de twee van de vier nieuwe tribunes. Er volgde een gevecht met de gemeente om een financiële bijdrage, waarbij De Jager vooropging in de strijd. Na veel gesteggel kreeg ook Excelsior steun van Rotterdam en kon het stadion worden afgebouwd. Terugkijkend is dit nieuwe onderkomen de basis geweest voor de wederopstanding van Excelsior.

Na zijn vertrek als voorzitter in 2004 woonde De Jager het grootste deel van het jaar in Portugal. Daar raakte hij een beetje op de achtergrond. In 2014 woonde hij op uitnodiging van toenmalig voorzitter Albert de Jong de thuiswedstrijd tegen FC Volendam bij en werd hij in het zonnetje gezet. In 2016 was hij een van de toeschouwers toen Excelsior tijdens het trainingskamp in Portugal een oefenduel speelde tegen Lierse SK. ,,Ik mag dan het grootste deel van het jaar in Portugal wonen, ik volg de club op de voet. Excelsior zit in mijn bloed.’’

Het meest trots was hij nog steeds op het stadion. ,,Ik heb destijds mijn handtekening onder dat plan gezet. Dat heeft goed uitgepakt, maar als het was fout gegaan… Het blijft bijzonder om hier te zijn. Als ik in Nederland ben, probeer ik altijd een wedstrijd van Excelsior te bezoeken. Ook mijn kleinkinderen zitten regelmatig op de tribune. Steeds als ik hier met hen langsrij, roepen zij: ‘Hee opa, dat stadion heb jij gebouwd!’ Prachtig toch?’’

Martin de Jager is 78 jaar geworden.